|
||||||||
Van Ledfoot, bij de burgerlijke stand bekend als Tim Scott McConnell, verschijnt begin volgend jaar zijn nieuwe album "White Crow". Dit album verscheen op 1 november reeds in thuisland Noorwegen, maar komt hier in de lage landen op 24 januari pas op de markt. Hij had daar welgeteld zeven jaar voor nodig, en net als tijdens de release van zijn derde album "Gothic Blues" uit 2011, gaat Ledfoot ter promotie begin volgend jaar weer de Europese podia onveilig maken. Zo’n vijfentwintig jaar geleden vestigde McConnell zich in Noorwegen en nam in 2006 de artiestennaam Ledfoot aan. En die periode voor en na is gevuld met heel wat noemenswaardige feiten. De man werd in 1958 geboren in een trailerpark in Florida. Op zijn vijftiende begon hij te spelen in clubs en cafés die gefrequenteerd werden door de net iets minder gefortuneerde medemens. Twee jaar later verhuisde hij naar New York, waar hij in al de bekende undergroundclubs speelde. CBGB’s, Max’ Kansas City en de Mud Club zijn maar een paar van de plekken waar hij optrad. In 1979 vervoegde hij The Rockats, een band waarmee hij een deal versierde bij Island Records. De vijf daaropvolgende jaren tourden ze doorheen de VS. Nog eens vijf jaar later startte hij samen met Smutty Smiff The Havalinas. Drummer van dienst was Charlie ‘Chalo’ Quintana, ooit lid van Social Distortion. De man beroerde ook de vellen bij niemand minder dan Bob Dylan. Elektra kwam als winnaar uit een gevecht in regel voor het mogen tekenen van The Havalinas. Het verschijnen van hun debuut ging gepaard met een indrukwekkende tournee waarin onder meer geopend werd voor ‘his bawbness’ zelf, Chris Isaak en Tina Turner. Het zou echter bij deze ene plaat blijven, aangezien Tim Scott in 1993 besloot om naar Noorwegen te verhuizen. In het Hoge Noorden tekent hij bij Warner Music. McConnell brengt "Deceivers And Believers" uit in 1994. Dit album bezorgt hem heel wat airplay in zijn nieuwe thuisland en bij uitbreiding in heel Europa. Twee jaar later neemt hij nog een plaat op voor Waterfall Records én neem Bruce Springsteen "High Hopes" op voor de "Blood Brothers"-EP, een nummer dat McConnell schreef. Met Ledfoot kondigde zich een nieuw hoofdstuk aan in het muzikaal leven van de man. In 2007 verscheen zijn debuut-album "The Devil's Songbook" (Blue Mood/Grappa) waarvan Ledfoot zelf zegt: "I put together the different techniques from over 30 years of playing, combined a 12-string guitar with steel fingerpicks, a brass slide, open-tuning, very heavy strings and a stomp box, mixing thisith a dark lyrical and melodic sense". Maar de plaat die het onderwerp vormt van deze review, is ondertussen de vierde die McConnell uitbrengt onder deze naam. Over de titel, "White Crow", zegt Ledfoot: "Sometimes it’s best to just keep it simple and state the facts... There’s a black crow I follow every night, with a pack of wolves a running by my side. Through a darkness as dark as any mind, with a full moon hanging dead up in the sky. There’s no undoing all that I’ve done. There’s no forgiving this wayward son". Dit doet meteen vermoeden dat we te maken hebben met een speciaal iemand met een ietwat aparte bluesvorm, maar niets is minder waar. De tien composities van Ledfoot vallen het best te omschrijven als akoestische blues, waarin enkel McConnells stem en zijn twelve string te horen zijn. U begrijpt meteen dat zijn Gothic Blues voer is voor de uitgesproken liefhebber. Ik durf de vergelijking haast niet te maken, maar de muziek van Ledfoot heeft af en toe wel iets weg van de vroege Björn Berge, nog zo’n liefhebber van de twaalfsnarige slidegitaar én een echte viking, al is een vergelijking met de betreurde Schotse zanger Jackie Leven ook nooit ver weg. Zelfs een leek kan horen dat Ledfoot over heel wat muzikale kwaliteiten beschikt. Bij het horen van de vier openers "Dead Man Can Do", "Right Down the Hole", "This Wayward Son" en "Nobody" hoor je meteen dat de man heel wat in zijn mars heeft. Opnieuw duiken we in deze donkere gothic blueswereld waar de meeste dingen oprecht fout gaan, maar waar de muziek je op de een of andere manier bevrijdt. Zoals altijd wordt zijn geweldige finger picking gecombineerd met zijn 12-snarige gitaar met extreem zware snaren, open gitaar stemming en het gebruik van een stompbox. En dat is het juist, Ledfoot heeft tegenwoordig niet meer nodig dan zijn twaalfsnarige gitaar, een gerijpte bourbon-stem en een stampende voet, dit is blues op zijn rauwst. De tien compacte composities tikken net het half uur aan, maar dat mag voor mij de pret niet drukken. "White Crow" zal niet in mijn eindejaarslijstje prijken, al mag dit de liefhebber niet beletten de plaat een kans te geven.
|
||||||||
|
||||||||